h

Open brief (2) inzake Oosterkade 6-7-8

4 november 2000

Open brief (2) inzake Oosterkade 6-7-8

 

Open brief inzake Oosterkade 6-7-8

Drs E.H. Haitsma

Wethouder voor Wonen, Monumenten en Grondzaken
Postbus 16200
3500 CE Utrecht
per fax 2 86 11 42

Utrecht, 4 november 2000

Betreft: Oosterkade 6-7-8

Geachte heer Haitsma,

Op 16 oktober, 23 oktober en 3 november jl. heb ik het college een aantal vragen gesteld over de gang van zaken rond de verkoop/uitgifte in erfpacht van het pand Oosterkade 6-7-8 door de gemeente Utrecht aan het Maarssens Bouwbedrijf in 1997. Naar deze vragen, waarop ik overigens nog steeds geen antwoord mocht ontvangen van het college, verwijs ik kortheidshalve.

Aanleiding voor deze brief is het artikel in het Utrechts Nieuwsblad van heden (zie bijlage).

Het artikel maakt melding van het feit dat op grond van de overeenkomst tussen de gemeente Utrecht en het Maarssens Bouwbedrijf, MBB (daterend van 16 september 1996, namens het MMB ondertekend door haar directeur de heer L.P. Bon!) het MBB verplicht was in het pand Oosterkade 6-7-8 vier appartementen te maken, en dat de heer Bon in het pand geen appartementen heeft gemaakt, maar één grote woning, voor zichzelf.

Het artikel voegt daaraan toe dat de heer Bon dat gedaan zou hebben 'omdat dit een wens was de gemeentelijke monumentendeskundige F. Kipp'.

Toen ik dat las brak mij de klomp.

Want - ervan uitgaande dat de heer Bon tegenover de krant de waarheid sprak - hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een gemeenteambtenaar meent bevoegd te zijn om tegenover derden een standpunt in te nemen dat volledig in strijd is met een door de gemeente gesloten contract en het besluit van de raad?

Waarop baseert de heer Kipp de bevoegdheid zulke uitspraken te doen?

Heeft de heer Kipp vaker van dit soort uitspraken gedaan?

Bent u bereid, indien de heer Kipp de uitspraak heeft gedaan zoals de heer Bon stelt, deze uitspraak direct en in het openbaar te rectificeren?

Bent u het met mij eens dat de heer Bon had behoren te weten dat de heer Kipp in deze niet de bevoegdheid toekwam om een uitspraak te doen zoals hij kennelijk heeft gedaan?

Zo ja, op welke manier gaat u de contractbreuk van de heer Bon aanpakken?

Bent u bereid, indien de heer Kipp voornoemde uitspraak heeft gedaan, een discipli-nair onderzoek in te stellen naar het functioneren van gemeenteambtenaar F. Kipp?

In dat verband wijs ik ook op de naar mijn mening ontoelaatbare uitspraak van gemeen-teambtenaar H.M.H. Bloem van het gemeentelijk grondbedrijf OGU in het UN van 30 maart 1998 inzake de Oosterkade 6-7-8.

De heer Bloem zegt daar dat het bedrag van f 160.000,-- waarvoor het pand aan het MMB werd verkocht 'de marktwaarde' van het pand was, terwijl de gemeente, ik neem aan via het grondbedrijf, het pand van Mitros op 15 augustus 1996 aangekocht had voor f 300.000,-- .

Graag zie ik op korte termijn uw reactie tegemoet.

Hoogachtend,

namens de SP-fractie,

Reactie toevoegen

U bent hier