h

Hoorzitting gemeenteraad luchtkwaliteit

9 juni 2005

Hoorzitting gemeenteraad luchtkwaliteit

Tijdens een hoorzitting van de gemeenteraad op 8 juni 2004 hebben een groot aantal deskundigen en maatschappelijke organisaties hun mening kunnen geven over de wenselijke maatregelen om de luchtkwaliteit in Utrecht te verbeteren.

Gerard Hoek, wetenschappelijk medewerker van het IRAS instituut van de universiteit van Utrecht gaf een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de relatie tussen luchtkwaliteit (NOx en fijn stof) en gezondheid.
Er blijken zowel bij kortdurende blootstelling aan hoge concentraties als bij langdurige blootstelling aan lage concentraties effecten meetbaar te zijn. Zo blijken kinderen die vlakbij een drukke weg wonen veel meer astmatische aandoeningen te hebben dan de controlegroep.
De Europese norm voor fijn stof PM10 houdt geen rekening met de bron. Fijn stof bestaat in Nederland uit een mix van opgewaaide bodemdeeltjes, (zee)zoutdeeltjes en roetdeeltjes ten gevolge van industrie, energiecentrales en (vooral) verkeer. Hoewel dat nog niet waterdicht is aangetoond zijn waarschijnlijk de roetdeeltjes verreweg het schadelijkst voor de gezondheid van de mens.

Prof.dr. Ch.W. Backes, hoogleraar milieurecht aan de unversiteit van Utrecht, verbonden aan het Centrum voor omgevingsrecht en beleid/NILOS gaf een overzicht van het wettelijk kader met betrekking tot de luchtkwaliteit. De Europese Unie heeft een kaderrichtlijn vastgesteld, alsmede een dochterrichtlijn waarin luchtkwaliteitsnormen en emissienormen zijn vastgelegd. Nederland heeft deze Europese richtlijnen vertaald naar het Besluit Luchtkwaliteit, waarbij de lat nog hoger is gelegd dan door de EU werd voorgeschreven. Inmiddels is er ook al de nodige jurisprudentie, waaruit blijkt dat de Nederlandse rechter de wetgeving nog weer strenger interpreteert dan strikt gezien noodzakelijk is.
Door de koppeling tussen de luchtkwaliteit en de planprocedures voor de ruimtelijke ordening worden alle bouwplannen verboden, behalve bouwplannen die ertoe leiden dat de luchtkwaliteit beter wordt of blijft dan de Europese norm. Ook bouwplannen die niet leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, maar wel tot een verhoging van het aantal blootgestelde personen, kunnen op grond van de huidige regelgeving verboden worden.

J.E.Vermeulen van CE-Delft, onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van milieu en energiebesparing, gaf een overzicht van de strategieen om de luchtkwaliteit te verbeteren. daarbij beperkte hij zich tot het wegverkeer, de belangrijkste bron van verontreiniging in Utrecht:

  • maatregelen om auto's schoner te maken (bv. schonere motoren en brandstoffen)
  • maatregelen om het aantal auto's te verminderen (bv. rekening rijden)
  • maatregelen om het verkeer langzamer en gelijkmatiger te laten raden
  • afscherming door schermen, tunnels, buffers e.d.

Voor de stad Utrecht suggereerde Vermeulen als belangrijkste groepen maatregelen":

  • 80 km/uur op de autowegring rond de stad
  • prijsbeleid met een milieuprikkel
  • milieu-eisen opnemen in openbaar vervoer concessies
  • het instellen van milieuzones (bv. de binnenstad) met restricties voor het verkeer
  • het optimaliseren van de doorstroming op knelpunten
  • het bevorderen van het gebruik van openbaar vervoer, fiets en andere bevoorradingstechnieken

U bent hier