h

Groen voor Poen actie inspireert Raad voor het landelijk gebied.

7 juli 2005

Groen voor Poen actie inspireert Raad voor het landelijk gebied.

De eerbiedwaardige Raad voor het landelijk gebied, adviesorgaan van de regering en het parlement, slijpt de messen in de strijd voor méér groen in de stad. In haar publicatie “Recht op groen” wordt gehamerd op de noodzaak om in de steden minstens 75 m2 openbaar groen per woning beschikbaar te hebben. Dat is ook het richtgetal uit de Nota Ruimte, alleen blijkt dat in de praktijk tot dusver een dode letter. In de randstad ligt de hoeveelheid stedelijk groen gemiddeld op 50 m2 per woning. De gemeente Utrecht is in het rijtje van de dertig grootste gemeenten bijna de hekkensluiter met 40 m2 (na Leiden, Amsterdam en Haarlem).

De Raad heeft zich bij haar advies mede laten inspireren door de Utrechtse Groen voor Poen acties. In het beleidsadvies worden de Utrechtse acties als voorbeeld genoemd: “De burger hecht veel belang aan groen. Bewoners komen in het verweer als bomen gekapt dreigen te worden. Zij maken zich druk voor het behoud van parken en groen zoals bleek bij intensieve protesten bij een voornemen van de gemeente Utrecht eind 2004 om, voor geldelijk gewin, groengebieden vol te bouwen.”
Ook in de analyse wordt verslag gedaan van de demonstraties van mei 2004, en de lichtelijk gefrustreerde reacties van wethouder Verhulst (CDA) hierop: “Wrang, want wij zien fantastische mogelijkheden voor tienduizenden woningzoekenden. Maar die hebben geen stem gekregen in dit verhaal.” (p.51).

De Raad constateert dat dit soort redeneringen bij veel gemeenten opgeld doen. Iedereen bewijst wel lippendienst aan de noodzaak om meer groen te realiseren, maar er moet ook gebouwd worden. Bovendien kan daarmee de gemeentelijke kas voor de korte termijn gespekt worden. Dus is het hemd nader dan de rok. In de afgelopen jaren is de hoeveelheid groen per inwoner zelfs nog licht teruggelopen door de bouw van extra woningen (verdichting) binnen het bestaande stedelijk gebied. De Raad is van mening dat extra groen op de lange termijn een hoog maatschappelijk rendement heeft, niet alleen voor de aspecten leefbaarheid, gezondheid en natuur, maar ook voor de economie. Zij pleit ervoor om de filosofie van de compacte stad (zoveel mogelijk bouwen in de buurt van stedelijke knooppunten) te verlaten.

De SP-fractie in de Utrechtse gemeenteraad concludeert uit het rapport Recht op Groen dat de koers van het Utrechtse gemeentebestuur op dit punt fundamenteel gewijzigd moet worden. Het terugdringen van het tekort aan groen –met name in de wijken die nu het grootste tekort hebben- zal een hogere prioriteit moeten krijgen binnen de stadsvernieuwing. De nog resterende Groen voor Poen projecten (Kanaleneiland-Zuid, Rijnsweerd, Einsteindreef, Noordelijke randweg) moeten van de baan. Stadsvernieuwingsgeld dat nu vooral gebruikt wordt om steeds minder groen peperduur te herinrichten, zou vooral gebruikt moeten worden om extra groen aan te leggen.
De SP heeft in schriftelijke vragen het college om een reactie op het rapport van de RLG gevraagd, en zal de antwoorden gebruiken bij het debat over de resterende Groen voor poen projecten in september a.s.

U bent hier