h

Collegepartijen: één front voor Yet

9 september 2005

Collegepartijen: één front voor Yet

Verkeerswethouder Yet van den Bergh (Leefbaar Utrecht) kon gisteren ontspannen achterover leunen bij de raadsbehandeling van het Gemeentelijk Verkeers- en vervoerplan (GVVP). De uitslag van het debat stond op voorhand vast, na een staaltje ouderwets powerplay in de achterkamertjes van het stadhuis.

Weliswaar moest het raadsdebat er een week voor uitgesteld worden, maar het resultaat mocht er zijn. PvdA-woordvoerder Engberts die in juni gehakt maakte van het verkeersplan en aankondigde tegen te stemmen moest nu met rode koontjes diep door het stof. Als schaamplapje had hij samen met Leefbaar Utrecht een amendement in elkaar gezet dat vraagt om een vervolgnota van het GVVP die een herbezinning op het verkeersbeleid formuleert in het licht van “nieuwe ontwikkelingen” als de problematiek van de luchtkwaliteit. Van den Bergh merkte daarop fijntjes op dat alle projecten uit het GVVP (Zoals de fly-over over het 24 oktoberplein, de parkeergarage Lucas Bolwerk en de Spoorlaan/Nouw-3) door het amendement ongemoeid gelaten worden.

SP woordvoerder Paulus Jansen had in zijn inbreng gepleit voor een fundamenteel ander ruimtelijk-economisch beleid in Utrecht, waarbij niet langer wordt ingezet op het meewerken aan de grootschalige concentratie van zakelijke dienstverleners, die eerder op meerdere locaties verspreid over het land gehuisvest waren.
Een amendement van de SP, waarin de voorziene extra autowegaansluiting van Utrecht-Zuid ter hoogte van de spoorwegdriehoek bij Lunetten werd slechts gesteund door de oppositie.

Raadsdebat GVVP, 8 september 2005
Eerste termijn SP

MdV,

Mobiliteit is noodzakelijk, een groot goed en een grote bedreiging.
Mensen moeten zich verplaatsen om de kost te verdienen en de maag te vullen.
Maar mensen willen zich ook verplaatsen om anderen te bezoeken, om te ontspannen, om elders rond te kijken. De andere kant van de medaille is dat een ongebreidelde groei van de mobiliteit, met name van de automobiliteit, een grote bedreiging is van de leefbaarheid in de buurt van verkeersaders, een aanslag op de ruimte en op het milieu.

De SP vindt dat onze mobiliteit inmiddels op een dusdanig niveau staat dat de negatieve neveneffecten zó groot zijn dat het zonder meer gerechtvaardigd is om grenzen aan de groei te stellen op grond van leefbaarheidscriteria als de luchtkwaliteit, de geluidsoverlast en het behoud van schaars groen.
Dat moet wat ons betreft gebeuren op een wijze die ervoor zorgt dat iedereen, ongeacht zijn inkomen, de kans behoudt om er een normaal sociaal leven op na te houden.
Een fijnmazig en betaalbaar openbaar vervoer en een comfortabel en veilig fietsnetwerk zijn juist om die reden belangrijk.

Het college stelt in dit plan de vervoersbehoefte van de automobilist ten gevolge van het ruimtelijk-economisch beleid centraal.
Naar onze mening veel té centraal. Juist bij het ruimtelijk-economische beleid maak je keuzen die de toekomstige mobiliteit in hoge mate beinvloeden. Afgelopen jaren heeft de SP-fractie herhaaldelijk de mobiliteitseffecten van de schaalvergroting en concentratie van zakelijke dienstverleners in Utrecht ter discussie gesteld. Je kan daarbij denken aan Axa aan de Graadt van Roggenweg en de Rabobank. Deze concentraties leveren landelijk geen baan extra op, zorgen juist voor banenverlies, maar wel een gigantische stroom extra blik de stad in. Daar kiest dit college dus voor.

Wat ons betreft zou de economische ontwikkeling gebaseerd moeten zijn op het model van het “grote stadje”. De kwaliteit van Utrecht is juist de menselijke maat, de historische kwaliteit, de diversiteit. Het versterken van die kwaliteiten zou centraal moeten staan bij de economische ontwikkeling, niet het slaafs aanlopen achter de zakelijke dienstverleners en projectontwikkelaars.

Wie dat niet doet geeft het startsein voor het uitrukken van wegenbouwend Nederland, zet impliciet of expliciet het licht op groen voor de aanleg van een vierbaans autoweg naar de binnenstad. Die dwingt zichzelf om de lat op het gebied van de “streefkwaliteiten leefmilieu” op smurfhoogte te leggen. Inmiddels is de staatssecretaris van milieu, van CDA huize en geboren Brabander, uitgegroeid tot een echte radicalo in vergelijking met onze Leefbaar Utrecht wethouder van verkeer en milieu.
Het kan verkeren.
Wij hebben in de commissie geprobeerd om met haar in discussie te gaan.
Dat heeft niet veel opgeleverd en wil ik dus vandaag niet herhalen.

Voorzitter,
Een GVVP heeft geen directe juridische consequenties voor de uitvoering van projecten en dat is dus maar goed ook.
We kunnen het na de verkiezingen zo in de prullenbak donderen, al dan niet inclusief het schaamlapje van Leefbaar Utrecht en de PvdA.
Daarom zal de SP-fractie geen poging doen om alles wat ons in deze nota niet bevalt weg te amenderen, op één uitwas na: het pleidooi voor een extra autowegaansluiting bij de spoorwegdriehoek in Utrecht-Zuid.
Een aansluiting die automatisch ook de aanleg van een zuiderspoorlaan nodig maakt.
Dat zou na het HOV om de Zuid een tweede aanslag worden op de waardevolle groenzone langs het spoor, de hoofdfietsroute, de monumentale waterlinie.
Een dat terwijl er nooit ook maar een spoor van noodzaak voor dit project is aangetoond, de aansluiting op de verdiepte A28 op die plek nauwelijks inpasbaar, dus zeker peperduur is en er tientallen projecten zijn, op het terrein van het openbaar vervoer, de fiets maar ook van de auto, die urgenter zijn dan deze mega-ingreep.
Niet doen dus.

Voorzitter ik sluit af met de wens dat de PvdA haar verbale koerswijziging op verkeersgebied omzet in het terugdraaien van de beton- en asfaltprojecten van dit college, die haaks staan op haar gedachtegoed.

Amendement “Zuiderspoorlaan: nee bedankt”

De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 1 september 2005, ter bespreking van raadsvoorstel 2005/96 “Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan”,

Overwegende, dat:
- op blz.41 van het GGVP als “gemeentelijke wens richting anderen” is opgenomen de realisatie van een nieuwe aansluiting op de ring (A27/A28) ter hoogte van de spoorwegdriehoek tussen Lunetten en Maarschalkerweerd;
- een extra autowegaansluiting op deze plek onvermijdelijk betekent dat er ook een zuiderspoorlaan nodig zal zijn om deze aansluiting te verbinden met de primaire en secundaire assen in de bestaande stad;
- een inpassing van een aansluiting op deze locatie verkeerstechnische zeer ingewikkeld en peperduur is, terwijl er vele andere verkeersknelpunten zijn met een grotere urgentie;

Van mening, dat genoemde autowegaansluiting en het daarbij behorende aansluitende wegennet een ernstige aantasting zal veroorzaken van de ecologische verbindingszone langs het spoor, het Beatrixpark, de monumentale waterlinie en een van de drukste fietsroutes van de stad;

Schrapt de “nieuwe ontsluiting op Ring (V)” uit het GVVP

En gaat over tot de orde van de dag.

P.F.C. Jansen (SP)
R. Giesberts (GL)
K.Verhoef (B&G)
A. van Rooij (D66)
W.Rietkerk (CU)

U bent hier