h

kabinet gebruikt Botte Bijl: Hogeschool voor de Kunsten in de problemen

10 december 2005

kabinet gebruikt Botte Bijl: Hogeschool voor de Kunsten in de problemen

Aan de hogeschool voor de Kunsten te Utrecht en Den Haag, waaronder het koninklijk conservatorium, gaat het mes in het onderwijs. Docenten gekort, ontslagen of gaan met vervoegd pensioen. Wachtgeldregelingen drukken zwaar op het budget voor onderwijs. In Utrecht verlaten 80 mensen de Hogeschool
SP Tweede Kamerlid Fenna Vergeer heeft schriftelijke vragen gesteld over de botte bijl operatie.

De meerderheid van de docenten die vertrekken zijn nog volop betrokken en gemotiveerd. Dat betekent dat de afdelingen van aardig wat deskundigheid beroofd worden. De SP wil van de staatssecretarissen van cultuur en hoger onderwijs, Medy van der Laan en Mark Rutte, weten, of de personele maatregelen ten koste gaan van het onderwijs en wat de wachtgeldregelingen kosten. Ook wil zij weten, of vervroegd laten uittreden in lijn is met het kabinetsbeleid om oudere werknemers langer in dienst te houden. Vergeer vraagt, of het verantwoord is dat het College van Bestuur in Utrecht slechts uit 1 persoon bestaat en dat de 2 directeuren van in Den Haag tevens de enige leden van het college van bestuur zijn. Al jaren staat het kunstonderwijs onder financiële druk van de Rijksoverheid. Vergeer vraagt om de Tweede Kamer inzicht verschaffen in de financiële staat en daarmee samenhangende onderwijskundige kwaliteit van de kunsthogescholen in Nederland.

Vragen van het lid Vergeer aan de staatssecretarissen van OCW over de gevolgen van de financiële en bestuurlijke staat van enkele kunstinstellingen voor de kwaliteit van het onderwijs, ingediend 8 december 2005.

1. Is het juist, dat er salaris gekort is, er sprake is van korting op grond van de jaartaakbelasting, ontslagen vallen en vervroegde uittredingen plaatsvinden bij de Hogeschool van de Beeldende Kunsten, muziek en Dans (Koninklijk Conservatorium) te Den Haag en de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht?
2. Hoeveel FTE / personen zijn/worden in 2005 en 2006 ontslagen of treden vervroegd uit? Wat zijn de kosten van de regelingen? Komen zij ten laste van het primair proces?
3. Hoe ziet u de maatregelen in het kader van het jaartaakbeleid in het licht van het gewonnen Kort Geding, dd. 18-1-2005, Roorda versus de HK Den Haag.
4. Hebben de regelingen een bezuinigings- of een onderwijskundig doel? Is er een sociaal en/of een onderwijskundig plan?
5. Zijn de regelingen in lijn met het kabinetsbeleid om oudere werknemers langer in dienst te houden?
6. Loopt de continuïteit van het onderwijs gevaar?
7. Is er sprake van een verlaging van de rijksbijdrage bij deze hogescholen? Hoeveel en waarom?
8. In hoeverre is het aandeel in het budget kunst tov. rest hbo gewijzigd in 2001 – 2005?
9. In hoeverre zijn de toelatingsregels voor studenten van elkaar verschillend geweest in de afzonderlijke jaren 2001, 2002, 2003, 2004, 2005?
10. In hoeverre zijn de aandelen in de bekostiging voor specifieke (monosectorale) hbo-kunstinstellingen gewijzigd, hebben ze meer/minder budget gehad tov. de trend (gemiddeld hbo)?
11. In hoeverre houdt u het voor mogelijk dat wijzigingen in de bekostigingen bij een aantal instellingen tot een financiële verslechtering heeft geleid en derhalve ook intern voor problemen hebben gezorgd?
12. Is het juist, dat het College van Bestuur van de HK Utrecht uit slechts 1 lid bestaat?
13. Is het juist, dat de directeur van het Haags conservatorium tevens voorzitter is van het College van bestuur van de HK Den Haag en dat de directeur van de koninklijke academie tevens het enige andere lid is van het college van bestuur?
14. Wat is uw oordeel over dit gebrek aan scheiding tussen ambtelijk en bestuurlijk gezag?
15. Kunt u de Tweede Kamer inzicht verschaffen in de financiële staat en daarmee samenhangende onderwijskundige kwaliteit van de kunsthogescholen in Nederland? Zo nee, is er voor u aanleiding om een onderzoek te laten doen?

U bent hier