h

SP houdt vast aan uitstel raadsvergadering stationsgebied

10 december 2005

SP houdt vast aan uitstel raadsvergadering stationsgebied

SP-fractievoorzitter Jansen houdt vast aan zijn eis dat de gemeenteraadsvergadering over de contracten met de marktpartijen in het stationsgebied (Corio, NS Vastgoed en Jaarbeurs) wordt uitgesteld: "Volgens het reglement van orde horen raadsstukken twee weken van tevoren te worden toegestuurd. Dat is hier niet gebeurd. De stukken zijn op 6 december verstuurd, en de gemeenteraad zou op 15 december een besluit moeten nemen. Dat is schandalig onzorgvuldig als je bedenkt dat het gaat om een project met een totale investering van drie miljard euro en een zeer complexe kluwen van contracten."

Tijdens de raadsvergadering van 8 december drukte burgemeester Brouwer in een een-tweetje met haar partijgenoot fractievoorzitter Rinda den besten (PvdA) erdoor dat de raad tóch op 15 december de plannen behandelt.
Inmiddels heeft Jansen achterhaald dat de gevolgde procedure óók in strijd is met de Gemeentewet, zoals hij tijdens de vergadering al vermoedde. De SP eist nu dat de vergadering alsnog verschoven wordt en zal anders de genomen besluiten voor vernieting voordragen.

Tekst Gemeentewet
Artikel 19
1. De burgemeester roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.
2. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de burgemeester dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

Artikel 25
1. De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703), omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar opheft.
2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

U bent hier