h

B&W: Utrecht heeft geen spookambtenaren

8 februari 2006

B&W: Utrecht heeft geen spookambtenaren

In Utrecht zitten géén ambtenaren lange tijd thuis zonder dat er een reintegratie of outplacement-traject loopt. Dat antwoorden B&W op schriftelijke vragen van de SP-fractie over het fenomeen spookambtenaren. Begin 2006 zouden slechts vijf van de ruim 4.000 Utrechtse gemeenteambtenaren langer dan een jaar thuis zitten wegens een arbeidsconflict of disfunctioneren, drie minder dan eind 2002.
In december berichtte het blad Binnenlands Bestuur onder deze kop over de worsteling van veel overheidsorganen met langdurig niet functionerend personeel. SP-fractievoorzitter Paulus Jansen vindt de antwoorden opmerkelijk: "Als de cijfers kloppen is Utrecht zo'n beetje de best functionerende gemeente op dit gebied. Zelfs een gemeente als Tilburg, die net een campagne achter de rug heeft om het aantal niet functionerende ambtenaren terug te dringen, heeft drie keer zoveel probleemgevallen op een lager aantal personeelsleden."

Antwoord van Burgemeester en Wethouders op schriftelijke vragen SP

Binnen de gemeente Utrecht zijn we ervan overtuigd dat we alle ambtenaren, ook die niet op hun werkplek aanwezig zijn, in beeld hebben. Dit blijkt wat ons betreft uit een aantal initiatieven in de afgelopen jaren.

Wij realiseren ons dat bij verzuim langer dan 1 jaar en niet-actief langer dan 1 jaar het risico groot is dat de medewerker uit het oog wordt verloren. Daarom is eind 2002 in de gemeentelijke organisatie onderzoek gedaan naar het langdurigverzuim en de niet-actieve ambtenaren. De resultaten van het onderzoek waren aanleiding om het verzuimmanagement te verbeteren. Dit blijkt onder andere uit de verlaging van het verzuim langer dan 1 jaar van 2,3% (totaal 9,75%) eind 2002 naar 1% (totaal 6,9%) eind 2005. Eind 2002 waren acht medewerkers langer dan 1 jaar niet-actief door een conflict of disfunctioneren. Begin 2006 gaat het om vijf medewerkers. Met de helft is een regeling getroffen tot de FPU-leeftijd of tot pensioengerechtigde leeftijd. De anderen werken mee aan outplacementtrajecten.

Bij korter of dreigend verzuim ondersteunen we de medewerkers bij het vinden van oplossingen. In ieder geval is er regelmatig contact met de leidinggevende. Daarbij worden ingeschakeld: de Bedrijfsmaatschappelijk werkster, bedrijfspsycholoog, `t Bureau, een coach, een outplacementbureau, een detachering buiten de gemeente. Door de diensten wordt vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheden om medewerkers in te zetten op tijdelijke klussen. Elke dienst heeft een reïntegratiecoördinator, die zorg draagt voor dit soort trajecten. Elke maand komen de coördinatoren bij elkaar om kandidaten, tijdelijke werkplekken en kennis uit te wisselen.

Er is meer aandacht voor het functioneren van medewerkers, waardoor het risico dat medewerkers uit het oog worden verloren zeer klein blijft. Dit blijkt ook uit de resultaten van de basismonitor Resultaat Gericht Werken (RGW). De uitkomsten van de 0-meting en de 1-meting geven een groei in aandacht voor beoordelingsgesprekken van 26% in 2003 naar 63% in 2005 volgens de medewerkers.

De inzet van de leidinggevenden op het managen van medewerkers is in de afgelopen jaren verbeterd wat hierboven geïllustreerd wordt. We zijn ervan overtuigd dat geen van onze ambtenaren aan het spoken is.

U bent hier