Utrecht

Naar aanleiding van een bericht in het AD van 17 maart, heeft de SP schriftelijke vragen gesteld aan wethouder van Kleef over de langdurige leegstand van huurwoningen in Utrecht. In de grote steden staan – volgens de krant – 35.000 huurwoningen meer dan een maand tot een jaar leeg. In Utrecht zou er over 2005 sprake zijn van een toename van 600 woningen in deze categorie.

Als oorzaken worden genoemd de slechte prijs-kwaliteit verhouding en vertragingen bij renovatie en sloop-nieuwbouw. Dit laatste zou een gevolg zijn van geldgebrek bij de corporaties en particuliere verhuurders.
In 2003 stelde de SP-fractie schriftelijke vragen (2003/20) over de leegstand bij huurwoningen van Mitros, met name ten gevolge van verkoop. Destijds gaf het College aan geen aanleiding te zien bij de corporatie aan te dringen op het terugdringen van de leegstandsduur. Vorig jaar hebben wij aandacht gevraagd voor de leegstand bij mutaties, die eveneens lijkt toe te nemen.

De SP-fractie vindt dat bij een gemiddelde wachttijd van zeven jaar voor een sociale huur¬woning in Utrecht alles op alles gezet moet worden om het leegstandspercentage zo laag mogelijk te houden. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de corporaties, maar ook van de gemeente Utrecht.

De vragen
1. Kloppen de cijfers van AD/UN over de (groei van de) leegstand bij Utrechtse huurwoningen ?
2. Hoe was het leegstandspercentage per Utrechtse corporatie in 2005? Hoe hoog was het vijf jaar eerder? Zijn er ook gegevens beschikbaar over de grote particuliere verhuurders?
3. Hoe hoog is de leegstand, onderverdeeld naar oorzaak:
- leegstand door mutatie
- woning wordt verkocht
- woning wordt gesloopt
- woning wordt onderhouden, gerenoveerd
4. Welk percentage van de Utrechtse sociale huurwoningen werd in 2005 op basis van een tijdelijk contract verhuurd?
5. Is het terugdringen van het leegstandspercentage een vast punt van overleg tussen het College en de corporaties? Welke acties lopen er op dit punt?