Nood in verpleeghuis Tamarinde hoog gestegen
Nood in verpleeghuis Tamarinde hoog gestegen
?Denk niet dat het chocoladehagelslag is dat aan d?r vingers zit?
Afgelopen week bracht ik een bezoek aan de afdeling Blommenstein I van het verpleeghuis Tamarinde in Utrecht. Ik sprak met drie dochters die elk een moeder hebben op deze afdeling. Eén van hen vertelde dat ze ongeveer twee jaar geleden met een aantal familieleden een rechtszaak hadden aangespannen tegen de directie wegens de slechte verzorging van de mensen. Deze zaak hadden ze gewonnen en kort daarna ging het een stuk beter. Echter al snel werd de situatie weer slechter.
Nu zijn er overdag twee verzorgers op 26 mensen en ?s nachts één nachtcoördinator op 46 mensen. Veel van het vaste personeel is vertrokken. De begeleiders zijn vaak uitzendkrachten, die rouleren van werkplek en dus geen binding opbouwen met de mensen.
Blommestein I is de psychogeriatrische afdeling van Tamarinde en verkeert in de meest bouwvallige en slechte staat van onderhoud.
Enkele indrukken: kamers met vier bedden. Afgebladderde muren, muffe geur en geen frisse vloer. Spulletjes van de mensen zelf (bijvoorbeeld eigen nachtkasjes) worden niet schoongemaakt. Ligt dus een dikke laag stof op. De ramen zijn vies. De verzorging (uitgezonderd wanneer er een kleine groep vast krachten is) is ronduit slecht. Ontbijt is vaak pas om 10.00 uur terwijl de lunch alweer om 12.00 uur klaarstaat. Mensen worden maar één keer per dag gewassen en vaak alleen gelaten tijdens het eten.
De huiskamer: de mensen zitten aan tafels, staren voor zich uit. Geen hulp te bekennen. Eén mevrouw roept om haar gebit. Wie moet haar helpen? Een urinegeur (misschien ook van de aanwezige poezen?) dringt zich aan je op.
Het plein (grotere huiskamer): een mevrouw ligt in een bed. Het ruikt onfris. ?Denk niet dat het chocoladehagelslag is dat aan d?r vingers zit?, zegt één van de dochters. ?Ze ligt er zo al een uur bij?.
Een andere dochter komt bijna elke dag langs en verleent ?mantelzorg? (?een duur woord voor vrijwilligerswerk?) in het verpleeghuis. Ze vindt het verschrikkelijk om haar moeder hier achter te laten. ?Je kunt beter doodgaan, dan dat je hier terecht komt?, zegt ze. Bij het bezoek aan de kamer van haar moeder, bleek het bed nog steeds onopgemaakt (16.00 ?s middags). De dochter meldt dat zij dit elke dag zelf moet doen omdat het personeel dat al lang niet meer vanzelf doet.
Dit is de realiteit onder het kabinet-fatsoen moet je doen-Balkenende. De SP pleit voor aandacht en zorg voor deze groep mensen. Is dat teveel gevraagd in deze tijden van overvloed? Ik probeer inmiddels deze wantoestand in samenwerking met onze Tweede Kamerfractie landelijk op de politieke agenda te krijgen.
Caroline Sarolea,
gemeenteraadslid SP