Utrecht

Aan de Breedstraat in Utrecht ligt het karakteristieke pand Boekhoven-Bosch. Het in 1939 gebouwde pand met een mooie hof, is een beeldbepalend complex voor dat deel van de noordelijke oude stad. Wellicht nog belangrijker is dat in 1976 er in dit pand 34 sociale huureenheden van diverse grootte zijn gerealiseerd.

Tot de schrik van Pepijn Zwanenberg (GroenLinks), Klaas Gravesteijn (PvdA) en Tim Schipper (SP) vernamen zij dat de huidige eigenaar van het complex, Mitros, overweegt het complex te slopen. Dit omdat renovatie te duur zou zijn. Een vreemde gang van zaken, daar er jarenlang geen structureel onderhoud is gepleegd aan het pand.

Zij beseffen dat niet de gemeente, maar Mitros eigenaar is van het pand. Toch zijn zij van mening dat de gemeente een grote verantwoordelijkheid heeft waar het gaat om het woningbeleid: Boekhoven-Bosch is niet alleen een mooie gevel, maar herbergt ook sociale woningbouw in het hart van de stad. Een goed voorbeeld van differentiatie. Zwanenberg, Gravesteijn en Schipper zijn dan ook van mening dat sociale woningbouw op deze plek in de stad gewaarborgd moet blijven.

Dit bracht hen tot de volgende vragen, welke reeds beantwoord zijn door het College.

1.Is het college het met ons eens dat industrieel-historisch interessante panden zoals het Boekhoven-Boschpand zo veel mogelijk voor de stad behouden zouden moeten blijven?

Ja.
Het streven tot behoud van panden met cultuurhistorische waarden is een belangrijk speerpunt van ons beleid. De eigenaar van het complex Boekhoven-Bosch, woningcorporatie Mitros onderzoekt momenteel welke aanpak voor dit pand wenselijk en haalbaar is. Daarvoor zijn meerdere mogelijkheden in onderzoek zoals behoud van de bestaande situatie, gedeeltelijke sloop(behoud historische gevel met daarachter nieuwbouw) en volledige sloop met nieuwbouw. Er is nog geen keuze gemaakt ten aanzien van de aanpak. Deze keuze zal in samenspraak met de bewoners en de gemeente worden gemaakt.

2.Zo ja, op welke wijze zal het college Mitros hierop aanspreken?

Het college zal met Mitros overleggen over de aanpak. Daarbij zal tevens worden besproken in hoeverre karakteristieke beeldbepalende elementen van het complex behouden kunnen blijven in geval van herontwikkeling van het complex. Het complex heeft overigens geen monumentale status.

3.Is het college met ons van mening dat sociale woningbouw op deze plek in de stad op zijn minst gehandhaafd moet blijven?

Ja.
Handhaving van sociale woningbouw in de Binnenstad is naar de mening van het college gewenst. Wij zullen ons dan ook inspannen om bij de eventuele herontwikkeling van het pand Boekhoven-Bosch sociale woningen te behouden.

4.Zo ja, op welke wijze zal het college Mitros hierop aanspreken?

Het college heeft inmiddels met Mitros overlegd in hoeverre handhaving van sociale woningbouw op deze plek in de stad mogelijk is. Mitros geeft aan bij haar afweging het (gedeeltelijke) behoud van sociale huurwoningen in de binnenstad binnen acceptabele financiële kaders na te streven.

5.Gaat het college Mitros aanspreken op de verantwoordelijkheid die de corporatie heeft voor het structureel goed onderhouden van haar bezittingen?

Ja.
Hoewel we regelmatig met de woningcorporaties praten over hun woningbezit is dit complex een extra aanleiding om met Mitros te spreken over de onderhoudssituatie van hun woningen met als doelstelling om ernstige achterstanden via een gerichte aanpak zo snel mogelijk weg te werken.

6.Heeft het college buiten voorgaand genoemd, (wettelijke) mogelijkheden toe te zien op het onderhoud van (sociale) huurwoningen?

Ja.
De gemeente heeft op grond van de Woningwet de bevoegdheid aan te schrijven indien de onderhoudssituatie daartoe aanleiding geeft.