h

Misstanden in Overvecht veel te traag opgepakt

6 juli 2007

Misstanden in Overvecht veel te traag opgepakt

De SP maakt zich grote zorgen over de veelheid van organisaties die zich in Utrecht bezighouden in het circuit van de jeugdhulpverlening. Burgemeester Brouwer gaf tijdens de bespreking in de Raad van gisteravond toe dat de samenwerking tussen de verschillende instanties beter kan en dat ze dat graag strakker wil trekken. Maar als je kijkt naar de hoeveelheid hulpverleningsinstanties in Utrecht, dan verbaast de SP zich niet over de trage werking van het hulpverleningscircuit.

"Geen enkele instantie voelt zich eindverantwoordelijk", aldus SP-raadslid Caroline Sarolea. Eén loket (inclusief de politie) voor alle hulpvragen met heldere verantwoordelijkheden waar ook knopen doorgehakt kunnen worden, is het advies van de SP. Dan kunnen dit soort misstanden als in Overvecht veel sneller worden aangepakt. Verder moeten volgens de SP scholen veel meer middelen krijgen op kinderen die dreigen te ontsporen met man en macht binnenboord te houden.

Zie hieronder de bijdrage van Caroline Sarolea:

"Gebleken is dat kinderen in Overvecht elkaar treiteren, kwellen en misschien zelfs misbruiken en dat dit al geruime tijd bekend is bij welzijnswerkers en het wijkbureau. Dat kinderen dit elkaar aandoen is verschrikkelijk maar tegelijkertijd ook een zeer complex probleem. Om te doorgronden wie wat bij elkaar heeft gedaan is een ingewikkeld traject waar veel partijen bij betrokken zijn. Onze vraag is zijn de bestaande protocollen bij deze zaak doorlopen? Ik sprak iemand van de Raad van de Kinderbescherming en die vertelde mij glashelder wat de gebruikelijke gang van zaken is bij dit soort trajecten.

Maar ik wil niet teveel ingaan op dit incident omdat we ons als politiek niet moeten laten verleiden door incidenten, maar veel maar naar het onderliggende dilemma moeten kijken. De opvoeding speelt zich af in het privédomein terwijl het falen van de opvoeding tot uitdrukking komt in het publieke domein. Tegelijkertijd kunnen we niet meer om de signalen heen dat er bij veel gezinnen te laat wordt ingegrepen.

Eergisteren in de Tweede Kamer is er al uitvoerig gedebatteerd over de jeugdproblemen en het Nederlandse jeugdbeleid. Uitkomst is onder andere dat er strenger ingegrepen moet gaan worden bij overlastgevende jongeren en er eventueel sancties aan ouders moeten worden opgelegd. Ook in Utrecht kampen we met jeugdproblematiek. Er zijn zo?n dertig jongerengroepen actief die voor veel overlast zorgen.

Wat moeten we hieraan doen volgens de SP?

Harde aanpak van deze jongeren is symptoombestrijding, maar helaas soms nodig omdat er niet veel meer te voorkomen valt. We zijn als Utrecht te laat om een deel van deze groep nog op het rechte pad te krijgen. Harde sancties zijn bij sommigen dus helaas nodig, maar dan wel geen sancties zonder rechtsbescherming. Want elke burger behoeft bescherming tegen de macht van de overheid en deze macht dient te allen tijde controleerbaar te zijn.

Maar even belangrijk is dat we in Utrecht alles op alles zetten om te voorkomen dat de groep van overlastgevende jongeren groter wordt.

Wat betekent dit?

Dat betekent dat we als Utrecht keuzes moeten maken.

Ten eerste moeten we veel meer investeren in onderwijs. Dat gebeurt natuurlijk al, maar kan nog steeds veel beter. Willen we echt dat kinderen opgroeien in een prettige omgeving, dan moeten we zorgen dat het onderwijs op orde is, dat de opleidingen waar deze kinderen naartoe gaan (ik noem speciaal onderwijs, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, vmbo noem maar op) werkelijk de middelen hebben om een kind dat dreigt te ontsporen met man en macht binnenboord te houden en perspectief te bieden.

Ten tweede moeten we veel meer aandacht hebben voor ouders. Dat betekent dat we moeten investeren in ouders. Dat ze aangesproken mogen worden op hun opvoedingmethodes. Maar ook dat de overheid luistert naar ouders. Ik ken moeders in Leidsche Rijn die al jaren bezig zijn om een plek te creëren waar ouders elkaar kunnen ontmoeten met opvoedingsvraagstukken. Bijvoorbeeld: kan ik mijn kind van 4 alleen thuis laten? Moeders, gewone moeders die werken bij de Blokker of het Kruidvat, die zien dat het misgaat in hun omgeving, die aan de bel trekken en een initiatief nemen om daar wat aan te doen maar vervolgens stuk lopen op een stuk bureaucratie bij de gemeente. Onlangs heb ik er zelf nog een mail over gestuurd naar het Wijkbureau met het verzoek of misschien via het Leefbaarheidsbudget mogelijkheden gecreeërd kunnen worden voor dit voorstel van deze vrouwen.
Tot op heden niks gehoord. Juist als vanuit dat privédomein de roep komt tot ondersteuning, dan moet je juist die handschoen oppakken. Is dit nu luisteren naar de burger????

Ten derde moeten we investeren in de hulpverlening. Deze zit vaak vol goede bedoelingen, werken zich helemaal uit de naad, maar zien zelf ook vaak niet meer door de bomen het bos in de veelheid van instanties en overlegorganen. Gisteren sprak ik nog met eenopvoedconsulent in Utrecht, die gevraagd werd als zesde in de rij van hulpverleners naar een gezinskwestie te kijken die al maanden sleepte. Niemand kwam er voor haar uit. Als die anderen er al niet uitkomen, waarom ik dan wel?, dacht ze bij zichzelf. Ook zij vroeg zich af wie hier nu eigenlijk eindverantwoordelijk is. Op de themabijeenkomst Armoede in Utrecht werd dit ook als belangrijkste bottleneck gezien in het hulpverleningscircuit. Wie is eindverantwoordelijk?

Voor de SP is het onacceptabel dat dit zo werkt. Zorg voor één loket en maak duidelijk wie waar precies verantwoordelijk voor is. Want waar een heel team verantwoordelijk is, is uiteindelijk niemand verantwoordelijk. En met goede bedoelingen alleen komen we er niet. Het gezegde luidt niet voor niets: De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen.

En als laatste moeten we als gemeente ook naar onszelf kijken. Waar laten we kansen lopen? Ik noemde net al het voorbeeld van moeders uit Leidsche Rijn die mee willen helpen bij het verbeteren van de opvoedingsmogelijkheden, maar stuk lopen op bureaucratie. Maar ik denk ook aan het voorbeeld van AC Delco, een leerwerkbedrijf in Overvecht die de jongens van de straat wilt halen en ze het vak van automonteur wil leren. Deze ondernemer die zelf al druk is met het opleiden en coachen van deze jongeren, moet vervolgens wel zes plannen schrijven voor een paar duizend euro subsidie. Is dit nu ondernemers stimuleren bij het aanbieden leer-werkplekken??

Geachte voorzitter, willen we echt wat in deze stad voor de jeugd bereiken en voorkomen dat steeds meer jongeren tot de echte harde kern van overlastgevenden gaan behoren, dan moeten we als stad keuze?s maken. Geen bedrijf in Nederland is groot geworden zonder keuzes te maken. Dat geldt ook voor een stad.

Ik citeer de scheidend voorzitter Yvette Wink van het bureau Utrecht Toerisme en Recreatie die opstapt omdat er te veel kansen zijn blijven liggen en daarover zegt: "Er is veel te weinig ambitie, het college van burgemeester en wethouders maakt geen keuze."

En dat is precies waar het hier over gaat. Stellen we het kinderwelzijn op topprioriteit één, dan moeten we op ander terreinen maar een tandje lager. Hoe belangrijk is het binnenhalen van de start van de Tour de France, wat Utrecht alleen al ruim 1,5 miljoen gaat kosten, in het licht van deze problematiek? En daar zou ik in deze Raad graag eens een debat over voeren. Want dan gaat het echt om politieke keuzes maken."

U bent hier