h

Utrechts College blijft kappen

24 juli 2006

Utrechts College blijft kappen

Op 28 april, tijdens de algemene beschouwingen over het Collegeprogramma, kostte het nog heel wat achterkamertjesoverleg om een SP-motie "Kappen met te vroeg kappen" onschadelijk te maken.
Uiteindelijk diende PvdA-lijsttrekker Rinda den Besten -inmiddels wethouder- een eigen motie in die zou garanderen dat er in Utrecht geen bomen meer gekapt worden voordat zeker is dat een bouwproject door gaat.
Drie maanden later blijkt het voortijdig kappen gewoon door te gaan.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN van mevrouw N.R. Schipper en de heer M.D. van den Tooren
(vragen binnengekomen op 12 juli 2006 en beantwoording door het college op 24 juli 2006)

Toelichting
Vragen zijn een vervolg op de vragen van GroenLinks nr 2/2006 (kap bomen Hyperonenweg), de aanname van de motie 29/2006 (Kappen met Kappen III), recent het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van de Utrechtse Bomen Stichting wat is ingediend tegen de kapvergunning van 50 knotwilgen langs de Hyperonenweg. We maken van de gelegenheid gebruik om ook te wijzen op de nog onbeantwoorde open brief van 30 juni van Marcel van den Tooren aan het College.

Uit de antwoorden op de schriftelijke vragen nr 2/2006 trekken GroenLinks en de SP de conclusie dat de ca. 60 populieren en 3 berken bij de Hyperonenweg in november 2005 zijn gekapt zonder dat de vergunning voor de aanleg van de NOUW 2 verleend is.

In de motie Kappen met kappen III heeft de gemeenteraad van Utrecht op 27 april 2006 uitgesproken: “dat bij bouwprojecten waarvoor bomen gekapt moeten worden de kap pas kan plaatsvinden nadat alle benodigde vergunningen bruikbaar geworden zijn. Zij draagt het college op zo spoedig mogelijk met een voorstel te komen waarin wordt vastgelegd hoe onterechte kap van bomen wordt voorkomen.“
GroenLinks en de SP zijn van mening dat voor bouwprojecten eerst de benodigde vergunningen voor de bouw aanwezig moeten zijn voordat tot het kappen van bomen kan worden overgegaan. De gemeenteraad heeft het college opgedragen met een voorstel te komen. GroenLinks en de SP verwachten van het college dat zij tussen het aannemen van de motie en het aannemen van het voorstel van het college geen bomen worden gekapt zonder dat de definitieve vergunningen voor de bouw aanwezig zijn.

Voor de NOUW 2 is nog steeds geen verklaring van geen bezwaar in het kader van artikel 19, lid1 WRO door de provincie afgegeven voor de aanleg. Ook de financiering van de aanleg van de NOUW 2, is niet rond. Dit wordt door het college nogmaals bevestigd in de voorjaarsnota 2006. Waar zij een tekort schetst van minimaal 23,4 miljoen euro (13 miljoen voor geschikt maken langdurig gebruik + 10,4 miljoen inpassing Leidsche Rijn Centrum). Hierover rapporteert het college aan de gemeenteraad bij de begroting 2007.

Het bezwaar van de Utrechtse Bomen Stichting tegen de kapvergunnning van 50 knotwilgen
langs de Hyperonenweg is ongegrond verklaard. Ook hierbij geeft het College aan dat de vrijstelling van geen bezwaar van de provincie nog niet is verkregen, maar ook dat zij geen twijfel heeft dat de juridische voorwaarden voor realisering van het betrokken project binnen een aanvaardbaar te achten termijn zullen worden vervuld.

Vragen:

1.Deelt het college de mening van GroenLinks en de SP dat het college voorlopig nog niet kan overgaan tot de aanleg van de NOUW 2? Er is immers nog geen verklaring van geen bezwaar in het kader van artikel 19, lid1 WRO door de provincie afgegeven. Bovendien heeft het college de financiering van de weg nog niet rond.
Ja, voor de daadwerkelijke aanleg is het nog te vroeg, voor de voorbereidende werkzaamheden echter niet. Die werkzaamheden zijn in gang gezet om het project gereed te krijgen wanneer ook de nieuwe aansluiting met de A2 gereed is (eind 2007). Overigens is voor de onderdoorgang onder het spoor Vleuten-Geldermalsen, onderdeel van NOUW2, wel een verklaring van geen bezwaar afgegeven en vindt de uitvoering nu plaats als onderdeel van de spoorverdubbeling.
De door Gedeputeerde Staten gevraagde nadere onderbouwing, bij de aanvraag voor de verklaring van geen bezwaar voor NOUW2, wordt momenteel gemaakt en wij hebben een positieve verwachting betreffende het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar..Dit mede omdat de goedkeuring voor het nieuwe tracé van de A2 onherroepelijk is. Daarom worden voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd die geen onomkeerbaar karakter hebben.Daarbij kan gedacht worden aan het het ter hand nemen van de conditionerende werkzaamheden zoals grondwerkzaamheden, verleggen kabels en leidingen en het (met kapvergunning) kappen van bomen..
Overigens is de financiering van het tracé NOUW2, waarover besluitvorming heeft plaatsgevonden en de planologische procedure is gestart, rond. Het tracé loopt vanaf de NOUW1 via de oude A2 onder het spoor door en takt aan op de weg naar de Hogeweidebrug over het AmsterdamRijnkanaal. Dit tracé zal op lange termijn in verband met de ontwikkeling van Leidsche Rijn en de toegenomen groei niet volstaan, zoals ook bij de besluitvorming over NOUW2 is aangegeven. Om de NOUW2 een duurzaam karakter te geven zal uiteindelijk opnieuw in het tracé geïnvesteerd moeten worden. Voor díe investering zal financiële dekking gevonden moeten worden.

2. Kan het college aangeven wat haar interpretatie is van ‘alle benodigde vergunningen bruikbaar geworden zijn’?
Een vergunning is bruikbaar nadat deze verleend is door het bevoegde orgaan en op de toepasselijke wijze bekend is gemaakt. Dat doet niet af aan de wettelijke termijnen voor bezwaar en beroep, die uiteraard onverkort van toepassing blijven. In geval een bezwaar- of beroepschrift loopt wordt de indiener de mogelijkheid geboden een voorlopige voorziening te vragen. Welke vergunningen noodzakelijk zijn verschilt van geval tot geval. In de tweede helft van augustus zullen wij u nader schriftelijk informeren over de maatregelen die wij hebben genomen om uitvoering te geven aan motie 2006-29, de interpretatie van de begrippen en de projecten waarvoor de maatregelen gelden.

3. GroenLinks en de SP hebben (nog steeds) de verwachting dat dit college fatsoenlijk omgaat met wensen en opdrachten van de raad. Is de verwachting van GroenLinks en de SP van het college over het kappen van bomen in de periode tussen het aannemen van de motie en het aannemen van het voorstel van het college geen bomen worden gekapt zonder dat de bruikbare vergunningen voor de bouw aanwezig, zijn terecht?
Uiteraard houdt het college zich aan afspraken die worden gemaakt met de raad. Bij bomen in eigendom van de gemeente waarvoor een kapvergunning is aangevraagd en verkregen, is en wordt gehandeld in overeenstemming met de motie 29/2006. In dit geval betreft het bomen die eigendom zijn van de staat (Rijkswaterstaat). In de overeenkomsten A2 (akkoord bevonden in Commissie Verkeer en Beheer op 18 maart 2003) heeft het Rijk zich verbonden de grondstrook, waarop deze bomen zich bevinden, bouwrijp op te leveren.

4. Het college heeft in antwoord op de schriftelijke vragen nr 2 2006 aangegeven: ‘De vergunningverlening voor de NOUW 2 verloopt volgens planning en naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2006 de verklaring van geen bezwaar in het kader van artikel 19, lid 1 WRO door de Provincie worden afgegeven. Het tweede kwartaal van 2006 is inmiddels verstreken. Kan het college aangeven of zij haar verwachtingen ten aanzien van de vergunningverlening inmiddels heeft bijgesteld?
Onze verwachting dat wij een verklaring van geen bezwaar zullen krijgen is gelijk gebleven. Zoals hiervoor onder 1 is aangegeven zorgen wij voor de door Gedeputeerde Staten gevraagde nadere onderbouwing. Daartoe wordt aanvullend onderzoek gedaan en overleg gepleegd met de provincie, hier zijn al gauw enkele maanden mee gemoeid. Wij gaan ervan uit dat we dat nog dit najaar een verklaring van geen bezwaar mogen ontvangen.

5. Over de argumentatie van het college, om de bezwaar tegen de kapvergunning van 50 knotwilgen ongegrond te verklaren, dat zij geen twijfel heeft dat de juridische voorwaarden voor realisering van het betrokken project binnen een aanvaardbaar te achten termijn zullen worden vervuld, het volgende.
De toetsing en verklaring van geen bezwaar in het kader van artikel 19, lid 1 WRO wordt toch afgegeven door de Provincie?
Is het college met GroenLinks en de SP van mening dat het vervuld zijn van de juridische voorwaarden voor realisering van het project een voorwaarde vormt voor het daadwerkelijk kappen van bomen? En wellicht zelfs een voorwaarde zou moeten zijn voor het in procedure brengen van een kapvergunning?
Wat acht het college een aanvaardbare termijn? Mede gezien de verwachtingen van het college in januari 2006 over termijn van het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar.
Rijkswaterstaat beschikt over een bruikbare kapvergunning en kan op basis daarvan overgaan tot het (laten) kappen van de 50 knotwilgen. Ook het feit dat er tegen de vergunning een voorlopige voorziening bij de rechter is aangevraagd doet daar niets aan af. Echter, op verzoek van de voorzieningenrechter zal Rijkswaterstaat geen gebruik maken van de vergunning voordat de rechter uitspraak heeft gedaan. De mondelinge behandeling van het verzoek zal plaats vinden op 3 augustus 2006. Gebruikelijk is dat de voorzieningenrechter ca. een week later uitspraak doet.
Aangezien één van de juridische voorwaarden voor realisering van een project het beschikken over een kapvergunning is, zijn wij het op dit punt met u eens. Tegelijkertijd is daarmee aangetoond dat dit nooit een voorwaarde kan zijn voor het opstarten van de juridische procedure die moet leiden tot het voldoen aan de juridische procedure
.

6. Is het college met GroenLinks en de SP van mening dat de kap van 50 knotwilgen langs de Hyperonenweg niet eerder kan aanvangen dan dat de aanleg van de NOUW 2 definitief is? Dat dat impliceert dat er een verklaring van geen bezwaar van de provincie afgegeven is, maar ook dat de financiering van de NOUW 2 rond is?

Wachten met vellen betekent dat de oplevering van grond vertraagt, daardoor later met vervolgwerkzaamheden voor het bouwrijp maken kan worden gestart, en uiteindelijk de daadwerkelijke aanleg van NOUW2 vertraagt. Dit is in strijd met de afspraken die met het rijk zijn gemaakt in het kader van de BOR (Bereikbaarheidsoffensief Randstad) en de A2 overeenkomsten waarbij de stad Utrecht zich heeft verplicht tot het tijdig realiseren van voldoende afwikkeling op het onderliggende wegennet. De NOUW2 is een van de maatregelen die in dit verband voor die afwikkeling van het verkeer moet zorgen.

Ongeacht de reden van kap kan en moeten wij de vergunning verlenen omdat geen van de weigeringsgronden als genoemd in de APV van toepassing zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren in het belang van:
a. natuur- en milieuwaarden;
b. landschappelijke waarden;
c. cultuurhistorische waarden;
d. waarden van stadsschoon;
e. waarden van recreatie en leefbaarheid;
f. de beeldbepalende waarde van de boom.
De gemeente heeft in dit geval bij geen van deze aspecten een hoge waarde aangetroffen.

U bent hier