h

Verkiezingsprogramma 2010: hoofdstuk 2

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 3 MAART 2010

 

2. WERK

EEN ECONOMIE MET EEN MENSELIJKE MAAT

De economie ván onze stad is steeds minder een economie vóór onze stad. We hebben veel meer banen dan werkende mensen, maar veel laagopgeleide Utrechters kunnen geen werk vinden, omdat juist voor hen de Utrechtse arbeidsmarkt te weinig te bieden heeft. Utrecht haalt grote kantoren naar de stad. Ze zijn te vinden op kantoordorpen langs de snelweg, omdat het personeel uit het hele land komt. Maar als de economische wind een tikkeltje draait, dan zijn ze vaak snel vertrokken, op zoek naar een grotere winstmarge. Dat is geen economie met een menselijke maat, maar een economie die zich blind staart op winst en groei.

ARBEIDSBEMIDDELING

De reïntegratie van werklozen op de arbeidsmarkt kost Utrecht jaarlijks 80 miljoen euro, maar helpt slechts een handjevol mensen aan het werk. Aan zo’n 5000 mensen is in 2007 en 2008 gemiddeld 1250 euro per persoon per maand uitgegeven, alleen maar aan bemiddelen. De gedeeltelijke privatisering van de arbeidsbemiddeling is vooral goed geweest voor de werkgelegenheid en winst bij reïntegratiebedrijven.

  • Arbeidsbemiddeling is vaak meer bezigheidstherapie, dan dat het mensen helpt hun plek te vinden op de arbeidsmarkt. Zo laat het programma Werk Loont mensen dom werk uitvoeren tegen tweederde van het minimumloon. Het belemmert mensen eerder dan het ze helpt om een geschikte baan te vinden. Het college ziet in de hoge kosten en de slechte resultaten aanleiding om arbeidsbemiddeling te beperken tot de ‘kansrijken’. De SP verklaart dit systeem failliet en gooit het over een hele andere boeg.
  • We starten gemeentelijke werkbedrijven met banenjagers, scholing en leerwerkplekken verspreid over de stad.
    Banenjagers zijn kind aan huis bij de bedrijven en organisaties in de buurt, en kunnen persoonlijk bemiddelen tussen de werkzoekende en het bedrijf voor een baan of leerplek.
  • Bij leerplekken wordt, afhankelijk van de arbeidsproductiviteit van de werkzoekende, een loonbijdrage vastgesteld.
  • Wijkorganisaties, scholen of semi-publieke instellingen kunnen projecten indienen waar de gemeentelijke werkbedrijven de mensen plaatsen die ook met bemiddeling en onderwijs niet aan het werk komen.
  • Wie via een gemeentelijk werkbedrijf aan de slag gaat krijgt een aanvulling op zijn uitkering tot het minimumloon.

BANEN

Met de gemeentelijke werkbedrijven streven we naar niks minder dan volledige werkgelegenheid. Van elke werkloze die een beroep doet op de overheid voor een uitkering, verlangen we een tegenprestatie die past bij hun capaciteiten en talenten. Ook in tijden van economische crisis is er genoeg te doen.

  • We nemen weer conciërges aan op scholen en huismeesters in wooncomplexen. We huren meer mensen in voor het onderhoud van de openbare ruimte. Nuttig werk en het kan gedaan worden door mensen die geen ander werk kunnen vinden. Daardoor zijn de kosten laag, omdat we besparen op uitkeringen.
  • We creëren veel extra banen met het renoveren en isoleren van de Utrechtse sociale huurwoningen.
  • De gemeente faciliteert en ondersteunt initiatieven uit de stad, die direct gericht zijn op het opleiden en aan de slag helpen van werklozen, zoals het project van AC Delco in Overvecht.
  • De Utrechtse Bazaar biedt wekelijks werkgelegenheid aan meer dan 500 mensen en is mateloos populair bij mensen uit de wijde omgeving. Dat moeten we behouden. Huisvesting samen met de gebruikers van de Veemarkt zien we als de beste optie.
  • We stoppen met het actief binnenhalen van grote commerciële bedrijven met banen waarvoor in Utrecht nauwelijks werkzoekenden zijn. De praktijk leert dat voor deze banen vooral mensen van buiten de stad komen, wat de wegen onnodig belast en de druk op de woningmarkt verder vergroot.

BEDRIJVIGHEID IN DE BUURT

In veel Utrechtse wijken, zoals Overvecht en Leidsche Rijn beperkt bedrijvigheid zich voornamelijk tot enkele winkelcentra en kantoren aan de rand. Een extreme scheiding van woningen, werk, voorzieningen en recreatie leidt tot lege straten, veel autoverkeer en anonimiteit. Daarmee wordt ruimte gegeven aan crimineel en intimiderend gedrag, omdat de sociale controle verdwijnt.

  • Er komt meer ruimte voor winkels, dienstverleners en kleine bedrijven in buurten. Dat kan in de plinten van hoogbouw door de bestemmingen van gebouwen ruimer te definiëren. Maar ook door meer bedrijfsverzamelgebouwen te starten, bijvoorbeeld in oude schoolgebouwen.
    Sociale werkplaatsen

De gemeente Utrecht is nu enig aandeelhouder van de UW-bedrijven, die tot taak hebben om mensen met een handicap de mogelijkheid te bieden om betaald werk te verrichten. Sinds een aantal jaren staat deze sociale taak onder druk, onder invloed van landelijk bezuinigingsbeleid.

  • De gemeente neemt de sociale werkplaatsen weer in eigen hand. Scheelt daarbij weer een raad van commissarissen, die ook niet op water loopt.
  • We investeren in extra plaatsen bij de sociale werkplaatsen, bijvoorbeeld door als gemeente meer uitvoerend werk daar onder te brengen.
  • De sociale werkplaatsen kampen al jaren met een tekort, dat tot nu toe steeds wordt aangevuld door de gemeente. Tegelijk besteedt de gemeente opdrachten uit aan UW tegen een zo scherp mogelijke prijs, wat vervolgens weer een hoger tekort oplevert. Rondpompen van geld en bezigheidstherapie van de ergste soort waar we direct mee stoppen door een fatsoenlijke prijs te betalen.

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

In sommige sectoren ontduiken werkgevers Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s) door werknemers als zelfstandigen aan te nemen. Onder andere thuiszorgmedewerkers en bouwvakkers wordt op deze manier vaak uitgebuit. Het minste dat de gemeente hier aan kan doen is om dit soort bedrijven zoveel mogelijk te weren bij het aanbesteden van gemeentelijk werk.

Ook andere bedrijven die in opdracht van de gemeente werken behandelen hun personeel soms onbehoorlijk. Bij de busbedrijven GVU en Connexxion wordt het buschauffeurs steeds moeilijker gemaakt om hun werk goed uit te voeren. Krappe dienstregelingen dwingt ze maximum snelheden te overtreden en steeds kortere pauzes te nemen. Ook hier moet de gemeente het opnemen voor het personeel en desnoods sancties aan het bedrijf opleggen.

Terug naar standpunten 2010 

 

 

U bent hier