h

Schriftelijke vragen inzake meubelboulevard Kanaleneiland; overwinning voor SP

16 februari 2004

Schriftelijke vragen inzake meubelboulevard Kanaleneiland; overwinning voor SP

Wij hebben vernomen dat de wethouder van economische zaken op woensdag 18 februari 2004 een informatieavond heeft belegd voor de winkeliers op meubelboulevard Kanaleneiland, over de plannen voor de ontwikkeling van een woonmall ten zuiden van de A12. De gemeenteraad heeft op 8 mei 2003 een krediet verstrekt voor de planvoorbereiding van de woonmall. De SP-fractie was bij die gelegenheid uitermate kritisch over die plannen, met name omdat wij van mening zijn dat deze het economische draagvlak van de bestaande meubelboulevard ondermijnen en er voldoende mogelijkheden zijn voor herontwikkeling/uitbreiding van de huidige locatie.

Inmiddels hebben enkele winkeliers en een lokale projectontwikkelaar een alternatief plan "wooncentrum-meubelboulevard-Utrecht" ontwikkeld, dat uitgaat van een nieuwe woonmall in het gebied tussen Hollantlaan en Nieuw Amsterdamlaan. De mall bestaat uit vier kwadranten op een halfverdiepte parkeerlaag, die gefaseerd gebouwd kunnen worden.

De SP-fractie verzoekt het college om de gemeenteraad op korte termijn een reactie op dit voorstel te sturen, waarbij wordt ingegaan op de volgende vragen:

  1. Wat zijn de economische, ruimtelijke, verkeerskundige en financiële effecten (voor de gemeente) van de omklap- en de herontwikkelingvariant?
  2. Bent u bereid om het draagvlak voor de herontwikkelingvariant op korte termijn te onderzoeken?
  3. Is de herontwikkelingvariant naar uw mening gefaseerd te ontwikkelen? Zo nee, waarom niet? Is een gefaseerde ontwikkeling mogelijk voor de omklapvariant?
  4. Hoe staat het met de ontwikkeling van de omklapvariant, waarvoor de raad in mei 2003 krediet verstrekt heeft?

Na de beantwoording van onze vragen zouden wij dit dossier graag in de raadscommissie willen bespreken.

Antwoord van burgemeester en wethouders

Algemeen:

In opdracht van de gemeenteraad is een haalbaarheidonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van een woonmallontwikkeling op Westraven. Uitgangspunt was en is dat een woonmall geen verzwakking maar juist een versterking moet betekenen voor de zittende ondernemers en voor het economisch draagvlak van de bestaande woonboulevard.  Dit betekent dat bij een dergelijke ontwikkeling altijd een koppeling moet blijven bestaan met de bestaande woonboulevard.

Een "omklap" in de zin van een volledige verplaatsing van de huidige woonboulevard Kanaleneiland is nooit aan de orde geweest. Onder meer in de brief aan de gemeenteraad van 22 april vorig jaar is dat aan u toegelicht.

Om de positie van de bestaande woonboulevard bij een woonmallontwikkeling in Westraven voldoende te kunnen waarborgen is een zware gemeentelijke regierol vereist. De hiervoor noodzakelijke grondverwervingen zijn hiertoe met uw instemming (besluit vestiging Wet voorkeursrecht) inmiddels in gang gezet.

De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek zijn inmiddels vertaald in een ruimtelijk masterplan dat tezamen met onderliggende onderzoeken binnenkort aan het college kan worden voorgelegd. Voorliggende vragen lopen voor een deel vooruit op de bestuurlijke afweging die in het college van burgemeester en wethouders nog moet plaatsvinden.

  1. Zoals volgt uit de opdracht zijn in de eerste plaats de mogelijkheden van een woonmall Westraven onderzocht. Daarbij is gekeken naar de mogelijke effecten voor de omgeving. Dit heeft zijn neerslag gekregen in een ruimtelijk masterplan voor Kanaleneiland Zuid en Westraven. Dit masterplan geeft de ruimtelijke kwaliteitskaders voor verantwoorde gebiedsontwikkeling Westraven en Kanaleneiland. Uit het ruimtelijk economisch onderzoek dat zoals u is toegezegd is uitgevoerd om een nadere inschatting te geven van de beschikbare marktruimte voor een woonmall-ontwikkeling wordt ambtelijk geconcludeerd dat er voldoende economische marktruimte voor een woonmallontwikkeling aanwezig is. De ambtelijke beoordeling is echter ook dat de financiële basis voor een ontwikkeling van Westraven is onder de huidige marktomstandigheden ontoereikend is en de risico's voor de gemeente dus te groot. Dit zou voor het college reden kunnen zijn om de inspanningen om te komen tot een woonmallontwikkeling te verplaatsen naar de bestaande woonboulevard. De initiatiefrol komt hierbij meer te liggen bij de markt. Als het college hiertoe besluit zal het masterplan op dit punt nader moeten worden toegespitst.
  2. Op basis van de eerste ambtelijke conclusies komt een bestuurlijke keuze om in te zetten op een woonmallontwikkeling aan de noordzijde van de A12 nadrukkelijk in beeld. De "herontwikkelingvariant" sluit hierop aan. Daarbij blijft de ambitie gericht op het tot stand brengen van een volwaardige woondetailhandelsvoorziening met een (boven)regionale betekenis. De informatiebijeenkomst op 18 februari 2004 met de zittende ondernemers en eigenaren van de woonboulevard kunt u beschouwen als een eerste draagvlakmeting, nodig om in het college tot een realistisch besluit te kunnen komen. Wij doen het immers voor de (zittende) ondernemers, de werkgelegenheid en daarmee samenhangende impulsen.
  3. Op basis van de voorlopig ambtelijke conclusies lijkt een gefaseerde ontwikkeling van de bestaande woonboulevard zeker denkbaar, echter binnen de gemeentelijke kwaliteitskaders. Dit betekent dat (ook hier) moet worden gewaakt voor een onevenwichtige of te eenzijdige herontwikkeling die zich zou afspelen op een beperkt deel van de woonboulevard. Het door u aangehaalde plan heeft betrekking op een grotere toevoeging van m2 woondetailhandel dan waarvoor op dit moment marktruimte aanwezig zou zijn en beperkt zich tot een klein stukje van de huidige woonboulevard. Een dergelijk plan kan door onevenwichtigheid leiden tot ondermijning in plaats van versterking van de economische positie van het huidige aanbod. Indien het college zou besluiten om te kiezen voor een woonmallontwikkeling op de bestaande woonboulevard dan is een belangrijke voorwaarde voor een perspectiefrijke herontwikkeling naar zijn mening, een gezamenlijk gedragen planinitiatief vanuit zittende eigenaren en huurders, woondetaillisten en andere bedrijven in het gebied geschapen. Zo'n planinitiatief moet betrekking hebben op de gehele woonboulevard en niet op slechts enkele gedeeltes en moet rekening houden met randvoorwaarden vanuit onder meer verkeer en milieu. Een gefaseerde woonmallontwikkeling in Westraven zou overigens niet voor de hand liggen. Hier zou in één keer een voorziening moeten worden neergezet die onmiddellijk (weliswaar als onderdeel van een totaalconcept samen met de bestaande woonboulevard) voldoende massa moet hebben voor de noodzakelijke aantrekkingskracht. Deze massa is op de bestaande boulevard reeds aanwezig.
  4. Binnenkort, zodra het college hierover heeft besloten, ontvangt de raad hierover nadere informatie. Wij zullen hierbij betrekken wat de alternatieven zijn voor een mogelijke gebiedsontwikkeling Westraven.

Reactie toevoegen

U bent hier