Willekeur bij loketten Sociale Zaken
Willekeur bij loketten Sociale Zaken
De Sociale Dienst hanteert in de praktijk andere regels dan op papier. Dat concludeert de SP onder meer naar aanleiding van een recente uitspraak van de afdeling Juridische Zaken van de Gemeente Utrecht. In deze uitspraak wordt het beleid omtrent het verstrekken van aanvragen voor de bijstand bekritiseerd. De afdeling Juridische Zaken concludeert dat de gemeente Utrecht haar eigen regels niet naleeft. Zo is er bijvoorbeeld de regel dat jongeren onder de 27 jaar een zoektermijn –een periode waarin ze worden verplicht werk te zoeken en nog geen bijstand ontvangen- opgelegd krijgen, maar deze maatregel wordt ook op mensen ouder dan 27 jaar toegepast.
Uit een ander onderzoek dat de SP recent naar buiten heeft gebracht blijkt dat er op een zelfde soort wijze om wordt gegaan met daklozen die een uitkering aan willen vragen. Als ze zelf niet precies weten wat hun rechten en plichten zijn, worden ze van het kastje naar de muur gestuurd. SP-raadslid Hilde Koelmans: “Door dit beleid dreigt willekeur; de één krijgt precies waar hij of zij recht op heeft en de ander, die misschien net wat minder kennis en ervaring heeft, valt buiten de boot. Dat is natuurlijk onacceptabel”.
De SP vindt dit een zeer onwenselijke situatie en stelt vanavond in de raadsvergadering mondelinge vragen over de uitvoering van beleidsregels bij de loketten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Reacties
Gemeente Utrecht maakt zich niet in de eerste plaats schuldig aan wetsovertreding maar tevens aan corruptie, fraude en mafiositeit. Hoezo en waarom? Hier volgt een dramatische casus.
Justitie Utrecht kreeg in het kader van "meld misdaad anoniem " een tip dat zich in de woning van een bijstandsgerechtigde vuurwapens, drugs en mogelijk zwart/illegaal geld zouden bevinden. De tipgever die zich liet omringen door meerdere bellers om het effect te doen vergroten, had iets persoonlijks tegen de bijstandsgerechtigde. Deze zou door zijn eigen zus aan een kamer zijn geholpen terwijl de tipgever en bijstandsgerechtigde elkaars aartsvijanden waren.
Justitie deed een woninginval bij de bijstandsgerechtigde op verdenking van het bezit van verdovende middelen, vuurwapens en illegaal geld. Bij het betreden van de woning werd er tegen de bijstandsgerechtigde en diens hospita terstond gezegd dat die niets mochten vragen en dat die op het politiebureau zouden vernemen waarvoor ze waren ingerekend. Nadat justitie in de woning niets van haar gading aantrof gooide men het op sociale fraude, waar gemeente Utrecht zich als dekmantel voor liet gebruiken. Hoe en Waarom?
De bijstandsgerechtigde als voornoemd had een lidmaatschap met twee ANBI-instellingen en deed diverse financiële handelingen in samenspraak met het bestuur. Gemeente Utrecht die in januari 2010 een onderzoek naar de rol van de bijstandsgerechtigde inlaste rondde het onderzoek af eind februari 2010 waarna de bijstandsgerechtigde in de veronderstelling verkeerde dat de zaak achter de rug zou zijn.Echter bleek dat er op 20 april 2010 een proces-verbaal tegen de bijstandsgerechtigde zou zijn opgemaakt en waarin justitie verzocht zou zijn een woningdoorzoeking tegen betrokkene te bevelen.
Op 29 juli 2010 werd de woninginval als voornoemd ten uitvoer gebracht.Het tegenstrijdige hier is dat gemeente de bijstandsgerechtigde bij brief van 30 juni 2010 liet weten dat het sociale fraudeonderzoek tegen hem nagenoeg zou zijn afgerond. Hoe kan dit? Bij het opgemaakte proces-verbaal van 20 april zou justitie zijn verzocht een woningdoorzoeking bij de bijstandsgerechtigde te doen en in de brief van 30 juni 2010 zou het onderzoek tegen hem bijna zijn afgerond. Verder: In haar brief van 8 november 2010 deelde gemeente Utrecht de bijstandsgerechtigde mede dat de woninginval in opdracht van justitie zou hebben plaatsgevonden. Waarom stond er in deze laatste brief niet dat gemeente Utrecht zelf een aangifte tegen de bijstandsgerechtigde bij justitie had gedaan?
In het proces-verbaal van 20 april 2010 staan waarnemingen die men enkel ná de woninginval van 29 april 2010 kon hebben geweten. Verder kon men de meeste dingen ook zonder een woningdoorzoeking hebben kunnen weten.
Conclusie: het proces-verbaal van zogenaamd 20 april 2010 was door gemeente Utrecht in opdracht van de Utrechtse justitie valselijk opgemaakt en geantidateerd.
De bijstandsgerechtigde had de laatste keer in 2009 een rechtmatigheidsrapport van gemeente Utrecht ontvangen waarin stond dat diens gedrag conform de bijstandswet zou zijn. Gemeente Utrecht was reeds bij het begin van diens uitkeringsaanvraag genoegzaam op de hoogte van het stichtingslidmaatschap van de bijstandsgerechtigde.
Dit lidmaatschap werd door gemeente zelf benoemd in haar eerste rapport van 2005!!
Het wordt tijd dat gemeente Utrecht een keer justitieel wordt doorgelicht en dat er vele arrestaties volgen.
Reactie toevoegen