SP: huizenhandel woningcorporatie kost huurders twee miljoen
SP: huizenhandel woningcorporatie kost huurders twee miljoen
PERSBERICHT
Utrecht, 26 oktober 2000.
SP: huizenhandel woningcorporatie kost huurders twee miljoen. Onderzoek naar strafbare feiten wenselijk.
De afgelopen jaren zijn door woningcorporatie Mitros -het voormalige gemeentelijk woningbedrijf Utrecht- minstens zes panden ver beneden de marktwaarde verkocht aan particulieren of huizenhandelaren. In één geval was de gemeente Utrecht als tussenschakel bij de verkoopketen betrokken. De gemeenteraadsfractie van de Socialistische Partij in Utrecht schat dat Mitros hierdoor een opbrengst van minstens twee miljoen gulden is misgelopen. Fractievoorzitter Ruers vermoedt dat dit slechts het topje van de ijsberg is en heeft inmiddels de officier van justitie verzocht om een onderzoek naar mogelijke strafbare feiten in te stellen.
De SP heeft sinds maart van dit jaar onderzoek gedaan naar transacties met het aangekocht bezit van Mitros. Directe aanleiding was de verkoop van een monumentaal Mitros-pand aan burgemeester Brouwer voor minder dan een miljoen gulden, terwijl kort daarvoor een projektontwikkelaar die interesse had getoond voor anderhalf miljoen was afgewimpeld. Ook had de SP ontdekt dat de verkoop van het pand, in tegenstelling tot de wettelijke voorschriften, niet gemeld was bij de Inspectie volkshuisvesting.
Bij de verzelfstandiging van de corporatie in 1992 gingen ca. 2000 woningen, waaronder enkele honderden monumenten, als bruidschat over naar de nieuw gevormde stichting. De panden zouden verkocht worden ter financiering van het wegwerken van f200 miljoen achterstallig onderhoud in de sociale huurcomplexen.
De grootste onderzochte transactie vond plaats op 1 augustus 1996. Op deze dag verkocht Mitros vier kapitale panden in het hartje van de binnenstad aan projectontwikkelaar Van den Bruele voor f 2.500.000. Deze verkocht het complex dezelfde dag door aan WIBO BV voor f 4.000.000. Op zijn beurt verkocht WIBO de panden (nog steeds op 1 augustus!) afzonderlijk aan drie partijen: CC van Delft, MJ van Rijn en AJF Schnetz. De laatste is sinds de oprichting voorzitter van Leefbaar Utrecht.
Eén maand later verkocht Schnetz een van zijn panden (Achter St.Pieter 7) door met een winst van f145.000 (bijna 30%). Het pand Domstraat 4 werd door MJ van Rijn op 1 juli 1998 doorverkocht aan Randon voor f 2.400.000, nog eens een winst van 70% in twee jaar tijd. Het pand Domstraat 2, per 1 augustus 1996 voor f 1.703.000 in handen gekomen van CC van Delft werd per 1 maart 1998 voor een periode van 15 jaar verhuurd aan de gemeente Utrecht. Dezelfde gemeente die in 1992 nog eigenaar was van het pand, dat toen het woningbedrijf huisvestte. De aanvangshuur van Domstraat 2 werd vastgelegd op f 272.580 per jaar, een terugverdientijd van ongeveer zes jaar.
De SP heeft in het kader van haar onderzoek ook vastgesteld dat Inspectie VH -de waakhond van de minister van VROM- niets doet aan actief, preventief onderzoek om vast te stellen of woningcorporaties zich bij de verkoop van bezit houden aan de wet. Het Besluit Beheer Sociale Huursector schrijft voor dat voorgenomen verkooptransacties vooraf gemeld worden, dat is systematisch niet gebeurd. Het BBSH schrijft ook voor dat er marktconform verkocht wordt, daar is evenmin sprake van.
De SP wil daarom dat alle transacties met aangekocht bezit van Mitros door de Inspectie VH in samenwerking met de officier van justitie systematisch onderzocht worden. Hierbij dient te worden vastgesteld:
- welke panden zijn verkocht, voor welke prijs?
- wat bedroeg de taxatiewaarde, op welke basis is getaxeerd en door wie?
- zijn deze panden nadien doorverkocht?
- welke personen en bedrijven komen voor in de verkoopketens van de betreffende panden; is hier een patroon in te onderkennen?
- welke personen bij Mitros, gemeente Utrecht en makelaars spelen een rol in de verkoopketens van de betreffende panden; is hierin een patroon te onderkennen?
- is de verkoop gemeld volgens de wettelijke procedure?
Dit vooronderzoek dient zo spoedig mogelijk te starten en binnen drie maanden afgerond te worden. De resultaten van het onderzoek dienen gepubliceerd te worden zodat derden kunnen nagaan of er nog aspecten zijn weggelaten/niet onderzocht. Op grond van de resultaten van het vooronderzoek kan de officier van justitie besluiten of er aanleiding is om tot vervolging over te gaan.
De SP vindt verder dat verkoop van aangekocht bezit voortaan bij openbare inschrijving dient plaats te vinden. Bij onderhandse verkoop is, omdat niet gaat om complexmatige woningen waarvoor voldoende vergelijkingsmateriaal beschikbaar is, altijd moeilijk vast te stellen of er onder de feitelijke marktwaarde verkocht wordt.
Tenslotte dringt de SP erop aan dat alle verkopen van aangekocht bezit voortaan weer vooraf, conform de regels van het BBSH gemeld worden.
Inlichtingen:
R.Ruers, tel. (030) 2109911 (overdag), tel. (030) 2883867
P.Jansen, tel. (06) 51844755.
In Utrecht staat een huis...
Reactie toevoegen