h

Gemeenteraad: motie Niet van twee walletjes eten gewoon uitvoeren!

17 januari 2006

Gemeenteraad: motie Niet van twee walletjes eten gewoon uitvoeren!

De gemeenteraad wil dat het College de motie "Niet van twee walletjes eten" onverkort uitvoert. Wel mag het College een onderzoek doen naar de waardebepaling voor de OZB in relatie tot de waardebapaling bij aankoop in gebieden waar de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing is. Daarbij moeten ook de aanvullende vragen van de SP worden meegenomen.

Wethouder Janssen (CDA) zat met de de motie -een opmerkelijk staaltje samenwerking tussen SP en VVD- in zijn maag. In een geheime brief somde hij een groot aantal mogelijke negatieve gevolgen op voor de gemeente. Daarnaast stuurde het College een brief op poten naar de SP-fractie die ze van stemmingmakerij beschuldigde.
Na aandrang van de SP werd de geheime brief op een kleine passage na openbaar gemaakt en de behandeling in de commissie Stedelijke Ontwikkeling ook in openbaarheid plaats. Daarbij bleek dat een meerderheid van de gemeenteraad nog steeds vindt dat het College de motie onverkort moet uitvoeren. Ook werd er breed aangedrongen op een verbetering van de taxaties voor de OZB, nu gebleken is dat in Kanaleneiland ".... in een beperkt aantal gevallen de WOZ-waarde fors afwijkt van de getaxeerde waarde (voor aankoop, red) en soms ook aantoonbaar onjuist geweest is."

Bespreking notitie 20 december 2005 over de motie “niet van twee walletjes eten” (aankoop panden in WVG gebieden), Inbreng SP

Fijn dat we dit interessante onderwerp bij nader inzien toch grotendeels openbaar kunnen bespreken. Weliswaar na enige aandrang, maar dat komt in deze zaal wel vaker voor.

De SP-fractie waardeert óók dat het College nog steeds stelt de motie uit te zullen voeren. Wel doet de portefeuillehouder OGU een poging om de raad te overtuigen dat de uitvoering ongewenste effecten heeft. Dat mag.
Het College voert zes negatieve effecten op voor de motie.

Allereerst zou de motie kunnen leiden tot nabetalingsclaims. Dat lijkt de SP fractie een erg onwaarschijnlijk effect. Het gewijzigd aankoopbeleid is een gevolg van een uitspraak van de gemeenteraad. Die heeft de beleidsvrijheid om de koers te wijzigen. Uiteraard zouden er wel nabetalingsclaims verwacht kunnen worden als in de toekomst binnen WVG-gebieden sprake is van uiteenlopend aankoopbeleid. Maar dat zou in strijd zijn met de raadsuitspraak.

Er zou sprake zijn van een nieuwe rechtsongelijkheid, omdat verkopers in WVG-gebieden anders behandeld worden dan verkopers elders. Maar van rechtsongelijkheid is alleen sprake als personen in dezelfde positie verschillend behandeld worden. Verkopers in WVG-gebieden kunnen hun pand niet op de vrije markt verkopen en worden daardoor sowieso al in hun vrijheid beperkt ten opzichte van verkopers elders. Daar mag best een kleine extra zekerheid tegenover staan. Ik heb overigens een vraag aan het College, als zij een nader onderzoek gaat doen. Kunt u eens bij het kadaster opvragen hoeveel procent van de panden in WVG gebieden onder de OZB-waarde verkocht zijn en hoe dit percentage was buiten WVG-gebieden? Ik denk dat ik het antwoord wel kan voorspellen. Verder zou ik graag horen of het OGU bij de aankoop in WVG-gebieden bedragen biedt onder het eigen taxatierapport. Wij hebben een aanwijziging dat dit gebeurd is. Dat zouden we niet kosher vinden.

Dan zou de motie leiden tot prijsopdrijving buiten WVG-gebieden. Ook een merkwaardig argument, want de prijs buiten WVG-gebieden wordt door het vrije spel van vraag en aanbod bepaald. Misschien kan het College ook nog nagaan voor hoeveel procent van de OZB-waarde panden buiten de WVG-gebieden afgelopen jaar gemiddeld verkocht zijn. Ik schat dat dat percentage tussen 115 en 120% ligt. En dan zouden wij de prijs gaan opdrijven als we in WVG gebieden 100% bieden!

Vierde argument. Als wij aankopen zouden marktpartijen vervolgens niet bereid zijn om de OZB-waarde te betalen. Voorzitter, waarom zouden wij in dat geval de wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing verklaren? Dat doe je toch alleen maar als je vreest dat marktpartijen zaken gaan doen met potentiële verkopers in zo’n gebied, om daarmee een grondpositie te verwerven? Dat kunnen ze alleen maar door méér te bieden, niet door lager te gaan zitten.

Het vijfde argument: betaling van de WOZ-waarde zou leiden tot prijsopdrijving bij de rechtbank. Ook zou er een probleem ontstaan indien de rechter een lagere koopprijs vaststeld dan de OZB-waarde. Kan de portefeuillehouder of de ambtelijke staf mij voorbeelden geven waar de rechter een lagere koopprijs heeft vastgesteld dan het bedrag dat de gemeente geboden had? Zo nee, dan is dit dus een kulargument.
Wat wél een positief effect kan zijn van het bieden van de OZB-waarde is dat veel minder geschillen aan de rechter voorgelegd hoeven te worden. Daarmee kunnen we ons veel geld besparen: uren bij het OGU, uren bij juridische zaken, kosten voor externe rechtsbijstand en taxatie. En niet te vergeten renteverliezen doordat ten gevolge van onteigeningen veel tijd verloren gaat. Kan de portefeuillehouder ons vertellen hoeveel de totale verwervingskosten voor de tot dusver verworven in Kanaleneiland bedroegen? Hoe lang duurt gemiddeld een onteigeningszaak?

Dan het zesde effect. Het College heeft ontdekt dat er “in een beperkt aantal gevallen” te hoge WOZ waarden zijn vastgesteld. Uitvoering van de motie zou in dat geval leiden tot ongewenste effecten, waaronder rechtsongelijkheid. Toe maar! Nu de aap uit de mouw komt en blijkt dat in WVG-gebieden zoals Kanaleneiland bewoners een poot is uitgedraaid wil het College niet de consequenties daarvan accepteren. De SP-fractie concludeert op dit punt dat de motie een onze inwoners in WVG-gebieden een zeer goede bescherming biedt tegen onacceptabel hoge OZB-taxaties in de toekomst. En dat vinden wij mooi meegenomen.

De SP-fractie is altijd benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek, maar dan wel op basis van een complete vraagstelling!

U bent hier