h

Verkiezingsprogramma 2010: hoofdstuk 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 3 MAART 2010

 

1. DE PUBLIEKE ZAAK

EÉN VOOR ALLEN, ALLEN VOOR ÉÉN

U bent waarschijnlijk een gelukkig mens. Dat geldt in elk geval voor 84 procent van de Utrechters. Maar bent u over de samenleving net zo positief als over uw eigen leven? Hoe denkt u over de dingen die we delen als samenleving, over dat wat van ons allemaal is? Het geluk van de samenleving is meer dan de optelsom van individueel geluk. Het geluk van de samenleving gaat ook over kunnen vertrouwen op elkaar en op de overheid als het tegenzit, het gaat over de toekomst van onze jeugd, en over de oude dag van onze ouders, het gaat om de verschillen tussen arm en rijk, of iedereen de kans heeft om mee te doen, of we allemaal profiteren van de nieuwe welvaart waar we allemaal aan bijdragen.

Er zijn de afgelopen dertig jaar meer collectieve voorzieningen afgebroken dan opgebouwd. Marktwerking in de thuiszorg veranderde het werk van hulpverlening in productiewerk, wijkagenten komen niet aan hun werk toe door een doorgeschoten bureaucratie, onder het mom van schaalvoordelen veranderen scholen in anonieme leerfabrieken. Een kleine selectie.

Het is geen natuurverschijnsel wat zich hier voltrokken heeft. De toenemende schaalvergroting, anonimisering en vercommercialisering zijn het gevolg van politieke keuzes. Maar het kan ook anders. Dit hoofdstuk geeft een dwarsdoorsnede van onze politieke visie, en verbindt thema’s die in de rest van het verkiezingsprogramma in bijna alle hoofdstukken terugkomen.
 

DE BUURT, DE ANDERE HOEKSTEEN

Als tegenhanger van alle grote, onpersoonlijke kantoren van publieke diensten, wil de SP publieke voorzieningen en diensten een plek geven in de buurt, in elke buurt. Zorgen over veiligheid delen kan in de buurtpost van de politie, werklozen kunnen aankloppen bij het gemeentelijk werkbedrijf in de wijk. De straten zijn nooit uitgestorven, want winkels en kleine bedrijven zitten dicht bij de woningen, kinderen zitten op de school om de hoek, er is ruimte in de buurt om te spelen en de straten, pleinen en parken zijn schoon en mooi. Bewoners kennen de wijkagent en andersom en ook thuiszorgmedewerkers, maatschappelijk werkers en jongerenwerkers kennen de buurt, omdat dat hun vaste werkterrein is. Er is een buurthuis dat ruimte biedt voor iedereen die een activiteit in en voor de buurt wil organiseren.

Het is een kwestie van kiezen. Als we de buurt zo organiseren dat mensen er een groter deel van hun tijd doorbrengen, en als ook publieke dienstverleners thuis zijn in de buurt, dan geeft dat ons de mogelijkheid de mens centraal te stellen. Niet alleen betekent dat meer maatwerk, persoonlijke aandacht en veiligheid, we besparen ook op kantoren, managers en bureaucratie.

In bijna elk hoofdstuk van dit programma staan uitwerkingen van onze visie op de buurt als schaal van de toekomst. Dit zijn de belangrijkste:

ONZE ECONOMIE, ONZE RUIMTE

Steden en regio’s staan in de rij om meer bedrijven te ontvangen op hun grond. Of ze ruimte hebben of niet maakt ze niks uit, of ze de banen nodig hebben of niet maakt ze niks uit, of andere regio’s er door leeglopen, of daardoor de vraag naar woningen de pan uit rijst, of de files erdoor toenemen, het maakt ze niks uit. Het enige dat telt is economische groei. En wie daarvan profiteert en wie niet maakt ze niks uit.

De ruimtelijke ordening maakt de chaos compleet. Er ontvouwt zich een driedeling in het landschap, van woonwijken, bedrijventerreinen en winkelcentra. Door asfalt zijn ze met elkaar verbonden. Maar de afstanden creëren files en vieze lucht. De lege straten op grote delen van de dag creëren onveiligheid. De driedeling creëert anonimiteit en vervreemding. Het is een lege visie gefixeerd op de schijn van orde en efficiëntie.

Ook bij de inrichting van onze economie stellen we de mens centraal, niet de gebouwen. Ons uitgangspunt is gemengde wijken voor wonen, werken en winkelen. In dat soort wijken zal de auto ook niet het meest gebruikte vervoermiddel zijn, waardoor de lucht schoon blijft en op termijn minder asfalt nodig is. Dus meer ruimte voor kinderen en recreatie. Bij het aantrekken van bedrijven zoeken we naar banen voor onze werklozen en naar locaties waar veel van de werklozen wonen.

 

Terug naar standpunten 2010

U bent hier